Rome 3 maart 2019
Het colosseum valt als een gigantische droom boven op je, zodra je opklimt uit het metrostation Colosseo.
Ik moest meteen aan schrijver Ilja Leonard Pfeijffer denken, Zijn Grand Hotel Europa is zeker geen kleintje. Op het vliegveld zag ik zijn werk liggen tussen alle anderen die van een veel bescheidener formaat waren. Toch werd het Murakami, de romanschrijver van beroep. Ilja neem je niet effetjes in je handtas in het vliegtuig mee.
Edwin en ik kozen voor de zondag om naar het colosseum te gaan, want op die dag is de Via dei Fori Imperiali altijd voor verkeer gesloten zodat voetgangers ongestoord kunnen rondlopen. We liepen elkaar daar allemaal tegen het lijf en het leek, nee het was een kermis. De rijen zo lang als twee maal de omtrek van het colosseum.
Daar de zon scheen en veel moois te zien was, liepen Edwin en ik te dwalen op plekken die rustig waren. Zo konden we gewoon doorlopen bij een openluchtmuseum waar vlonders het pad vormden tussen oud spul. We lieten de drukte boven ons en daalden af naar steeds diepere gronden. De foto links boven heb ik daar geklikt. Ja, die van die drie zuilen. Het was een wonder voor mij dat we gratis naar binnen mochten en we helemaal niet gecontroleerd werden. Wij waren nog helemaal niet op de hoogte van wat zich boven afspeelde.
Waarom een wonder en wat speelde zich allemaal boven ons af?
Gratis dat toverwoord gonsde door de warme lucht inclusief vroege wespen zeepbellen en grote balonnen. Alle historische bezienswaardigheden rondom het colosseum kon je zonder betalen bezoeken. Je kreeg zomaar kaartjes aan de kassa.
Om de massa te ontvluchten duwden wij onzelf omhoog een eeuwenoude heuvel op met slechts een paar heel primitieve half onder de grondse woningen of zeg liever schuilholen. Om de boel niet voor altijd te laten verdwijnen zag je houten stutwerk. De rijke Romeinen, die pas veel later leefden, lieten veel duidelijkere sporen achter in vormen van steen. Allemaal bovengronds. Van versierde Corintische zuilen tot grote stenen tafels waar je als bezoeker achter kon staan. Er was zelfs een soort tweede colosseum, langwerpig en groot als het Feyenoordstadion in Rotterdam.
Mijn honger naar het echte ruige ronde bouwwerk, waarmee dit schrijfsel begon, groeide bij elke stap die we verder zetten. Ik popelde om af te dalen en alsnog die spannende ruimte binnen te gaan. Daar waar de Romeinen ooit hun wilde gemene spelen speelden. Daar waar bloed vloeide voor vermaak en waar mensen en dieren werden vernederd of bejubeld als helden. Daar waar lachsalvo's en angstscheuten de bezoekers een gevoel gaven dat ze leefden.
Zou het in de middag wel lukken?
En als je dan denkt:'Ja, het gaat toch gebeuren, het gaat er toch van komen, nog maar een paar mensen voor ons, nog een paar stappen.'
Hekken, hekken en nog meer hekken. Ze stoppen ermee.
Het Sinterklaasfeest met al haar gratis strooigoed is op, de zak leeg.
Mijn hoofd vol.
Rome is prachtig!
wordt later vervolgd,....
|