www.atelierliza.nl
 
 
home
 
 
Space Stories
 

Uit het nachtboek  van Valentijn

Jaar 2009*Ik ben 10 jaar jong en dol op ruimtevaart, schrijven en muziekmaken.
Hier onder lees je nachtkrabbels in een ruimteschip op Mars:

De dinges

W
e zitten gezellig in onze basis een potje marsmonopoly te spelen.
Hé wat is dat? De hele basis trilt!
Felix, die lekker lag te slapen schrikt wakker.
Een breuk.
Een gigantische scheur in het marsoppervlak komt razendsnel op de basis af.
De hele optrek zal breken als een paprikachipje.
Huh... daar komt iets... Een gedaante.. Gewoon, uit het niets.
Het rent naar de scheur toe en... het wordt weer rustig.
De breuk is weg. Dat moest die dinges gedaan hadden. Maar voordat we hem konden bedanken, was hij weg. Zomaar in het niets...


Het is nu al een paar dagen geleden dat het mysterieuze wezen ons redde.
Het zal een marsbewoner zijn geweest, want hij had geen ruimtepak aan. We
zijn nu al 4 uur bezig met zijn voetstappen te analyseren. Misschien kunnen we
nog wat te weten komen over deze onbekende soort. Iedereen is zo druk bezig,
dat ze niet zien wat ik zie.
Daar staat hij.
Op een berg.
Daar!
Daar staat hij.
Als de andere kijken, is hij weer weg.


Expeditie Missie009
We hebben een expeditie op het programma gezet en gaan bijna vertrekken. We gaan
kijken of we achter de berg nog meer dingesen zien. Alleen Leonard blijft
achter om op de basis te passen. Als hij het wezen ziet, kan hij ons oproepen
via een ingebouwde videofoon.
We vertrekken.
Even later klimmen we de
berghelling op.
Daar?#@&*
Een lawine...<>?

Iedereen was doodsbang. De lawine was nog maar een paar honderd meter van ons vandaan. Ergens in de verte bewoog iets. Het was de dinges.
Hij wenkte ons.
We renden naar hem toe.
Daar was een grot. Het wezen rende erin en wij volgden hem. Net op tijd, want de lawine raasde langs de opening van de grot. De ingang viel dicht. Het was pikkedonker. Je zag alleen nog maar de gele, katachtige ogen van de onbekende. Ik zette de videofoon aan, om met het licht daarvan het wezen te bekijken. Heelaas het was al weg. Nu mijn foon toch aanstond, nam ik contact op met de basis. Ik zag alleen een snurkende Leonard...
Wij zaten vast in een grot met een een of ander ruimtewezen terwijl Leonard sliep en snurkte als gebroken beschuitjes.


We hadden besloten verder de grot in te gaan. Ons zuurstof was bijna op. We liepen heel lang. Er leek geen eind te komen.

Daar, ja daar zagen we die lichtgevende ogen weer. Het wezen stond stil. Hij staarde naar ons, alsof hij iets wilde. Ineens raakte hij in paniek en rende weg. Wij bleven verward achter. Niet lang. Een enorm rotsblok rolde naar ons toe! We renden voor ons leven. De videofoon begon te piepen. Ping! Je hebt een bericht! Ik zette het apparaat aan en keek. Het was Leonard.
' Straks,' schreeuwde ik en deed hem weer uit.
De gang werd steeds smaller, dus kwam het rotsblok klem te zitten. Nu lagen 2 obstakels voor de uitgang. Wat nu?


Weer hoorden we een geluidje. Ping! Ja, 2 berichten. Zal Leonard soms per ongeluk?
'Waarom hing je daarnet zo snel op?' vroeg hij.
Ik vertelden hem over het rotsblok en over het tweede bericht. Maar dat was niet van hem. Vol spanning keken we naar het tweede bericht. In het begin was het scherm donker, en hoorden we gekraak. Maar toen zagen we de gele ogen van het wezen! Had hij ook een videofoon? We hoorden iets dat leek op: kggggryksgtu en toen was het bericht voorbij. Rosalie had iets gezien op het filmpje. We speelden het nog een keer af en Roos riep:'Daar Daar!'
Ik zette de videofoon op pauze en keek waar Roos wees. Op de achtergrond was nog een paar ogen. Er waren dus meerdere wezens!


We stuurden het bericht met de marsbewoner naar Leonard. Maar er was een ding waar we niet aan dachten. Verzenden kost energie. En aangezien Felix aan de oplader had liggen bijten, hadden we hem niet opgeladen voor de expeditie.
Cowboyjuffie zei nog net: Wacht we moeten......'
De videofoon viel uit. De energie was op.

'Wat is er?' vroeg ik.
'We konden Leonard gewoon vragen af hij zuurstofflessen wilde brengen,' zei Rosalie.
'Nu is de energie op.'
Er volgde een lange stilte.

We hadden nog maar voor 5 minuten om te ademenen. We hoorden een keiharde knal. Stenen vlogen in het rond.

Daar!
Daar stond Leonard met zuurstofflessen.
'Hulp nodig?' vroeg hij lachend.
Hij had het rotsblok kapotgeblazen met een staaf dynamiet.

We waren gered en Leonard was onze ruimteheld.


 

***)(***