Hé rooie rakker
Wat kom je hier doen?
Een beetje spelen?
met een ouwe schoen?

Hé Felix, kleintje,
wat ben je toch groot.
Fijn kopjes geven,
kom maar op mijn schoot.

Hé vierkante makker
Hoe kom jij zo dik?
Je bent maar aan het smakken
en dan weer een lik.

Hé daar heb je Floris,
de brombeer in huis.
Hij gromt naar alle katten
en zelfs naar een muis.

Hé ouwe jongens,
jullie hebben het zo goed.
Altijd wat te eten en plassen als het moet.
Buiten lekker vechten
en rollen over straat
aan vreemden kopjes geven en lopen uit de maat.

Hé ouwe jongens,
jullie hebben het zo goed.
Altijd wat te eten en plassen als het moet.
Buiten lekker vechten
en rollen over straat.
Aan vreemden kopjes geven en rennen ‘s avonds laat