www.atelierliza.nl    
home    
                        Sprookjes

8 okober 2021

Welkom, hier lees je moderne sprookjes, zoals:

Wat doet die éénhoorn in mijn schoen? Viola's reizen en Slacks.

Wat doet die


Voor alle kinderen
leestijd:60 minuten en langer.



Wat doet die éénhoorn in mijn schoen?



R
obin vond dinsdag 28 november 2017 een barbie in zijn schoen. Eéntje in houthakkerskleding met rugzakje en slot. Er hing een briefje om de nek van de pop. Daarop was te lezen dat een sleutel voor de tas op pakjesavond gegeven zou worden. In een gympie van Renee sliep een eenhoorn, die ook een eigen rugzak met slot had. Ook daar hing een briefje aan met de mededeling: 5 december krijg je de sleutel. Wat spannend!
Je vraagt je natuurlijk meteen af of die eenhoorn echt is? Na de onthullingen over de Sint en Piet laat je je niet weer beetnemen, toch?

De dagen gingen langzaam en de kinderen gingen er van uit dat het bijzondere beestje echt was. Robotpaardjes poepen niet. Die van hun wel, dus… Ze gaven het eten, drinken en een slaapplaats. Ze verborgen het hoefdiertje voor de wereld. Je weet natuurlijk allang dat paarden met een hoorn schuwe dieren zijn? Dat betekent dat ze niet graag door mensen gezien willen worden.
Op de feestavond trappelden de kinderen van ongeduld. Piet gaf niet meteen toe aan hun nieuwsgierigheid. Hij wilde dat ze een lied zouden zingen voor de Sint, die voor de afwisseling zijn oude lange baard had afgeschoren en met zijn stoppelkin de hipste Klaas van Nederland was geworden. Daar werd aan de deur geklopt. In plaats van: Ook al bent u zwart als roet zongen de kinderen: Ook al zijn uw stoppels wit, u bent nog steeds fit. Vader droeg een dienblad met vijf kommen chocolademelk en daar lagen ook twee sleuteltjes naast.
Broer en zus draaiden in een zucht hun geheime tassen open. Beiden vonden een opgerold stuk papier. Hier meteen onder vind je die van Renee. Welke landen zie je afgebeeld? Herken je ook drie dieren?

Met 10 woorden moest Robin het doen, namelijk:

Zoek de ogen en overbrug.
Rodger zal veertien december spreken.


'Wie is Rodger?,' vroeg Robin.
'Geen idee,' loog zijn pa.
De Sint en Piet schudden ook met hun hoofd.
Renee keek naar haar eenhoorn, die weer naar de barbie van Robin keek. Het paardje lag in een mand onder de lage tafel, naast een stapel tijdschriften van Vrij Nederland.
Er waren nog veel meer pakjes uit te pakken.


14 december 2017
'Wanneer begint-ie nou?' vroeg Renee.
'Volgens mij is het een afluisterbarbie,'antwoordde Robin,'die duiken overal op, net zoals knuffels met camera:privacy speelt nergens meer. Ik zag laatst op internet barbies met T-shirts waarop TELL ME YOUR SECRET en I AM HACKED stond. Echt de robots zijn allang onder ons. We geven ons al massaal over. Waarom draagt onze pop houthakkerskleding? Kijk nergens is op zijn lijf iets te vinden van een deurtje voor een batterij.'
'Hij is wel duidelijk een jongen, ha,ha.'
Ondertussen aaide Renee haar hoefdiertje dat een licht snorrend geluid maakte.
'Zal ik Rodger opensnijden? Luister, je hoort niks als ik schud, software is geluidloos en vederlicht.'
'Laten we nog even wachten,' stelde zijn zus voor.
'Het is zonde van de pop.'
Robin wilde niet wachten en sneed een vierkant in de linker bil. Het leek de binnenkant van een paasei. Je kent ze wel. Je krijgt ze met pasen van een familielid en je denkt: bingo helemaal gevuld met eitjes. Niks, helemaal leeg, niente, nothing.
De bel ging.
De kinderen renden de trap af.
Wie stond achter de deur?
Een jongen zonder haar en in houthakkerskleding. Renee werd vuurrood en opende de poort.

'I am Rodger and I've a message for you two. You are expected,' zei hij met een rollende rrrrr.
'The eye, do you know? The eye in the sky.'
'O, ja het plastic oog, twee ogen van plastic.'

'De ene boven Rotterdam en de andere boven .......ja boven Schotland.'
'Zouden we misschien?'

'Ja we gaan op reis,' riepen de kinderen tegelijk en sprongen deuken in de houten vloer. Ze omhelsden de vreemde jongen en trokken hem naar binnen. Robin schonk een nepbiertje voor hem in, waar hij meteen van begon te drinken. Hij sprak gewoon Nederlands:
'Heb reistickets voor jullie, moest ze aan jullie geven en ja, ha,ha deze houthakkerskleding moest ik ook aantrekken. Ik weet niet wat die vader van jullie allemaal van plan is, wat heeft hij in zijn hoofd? Ha,ha. oké, oké. Wat een idee. Voor mijn krantenwijk ben ik meer tijd kwijt en wat een heerlijk spul is dit.
Zal me meteen even voorstellen: Mijn echte naam is Pit en ik ben jullie nieuwe buur, proost.'

De boot naar New Castle in Engeland vertrok zaterdag 23 december om half 5 uit IJmuiden onder luid gekrijs van honderden meeuwen. Robin en Renee werden door vader en de nieuwe buurjongen uitgezwaaid. De kinderen straalden van opluchting, want even daarvoor dachten ze dat ze de zee helemaal niet meer zouden zien. Bij de douane ging alles zoals verwacht, maar nadat zij hun reistickets hadden laten zien bleef de slagboom dicht. De meneer, die toch ook maar gewoon zijn werk deed, keek de kinderen met gefronste wenkbrauwen aan.
'Waar is jullie moeder?'vroeg hij.
'Die hebben we niet.' antwoordde Robin.
'Waar is jullie vader of verzorger?'
'Zonder begeleider van 18 jaar of ouder mogen jullie niet verder.'
'O, ik ben hun verzorgster,' loog een jonge dame met vriendelijke lichtbruine ogen.
'Ik was jullie kwijt.'
Ze sloeg een arm om Renee en het voelde allemaal weer oké. Zonder problemen konden ze verder. Renee had een houten kerststal als handbagage. De eenhoorn lag binnen heerlijk in het stro. Water, voedsel allemaal aanwezig. Geen controleur voelde dwang om binnen te kijken. De vriendelijke dame heette Milly Macgaine en was een deel van de nachtreis prettig gezelschap. Ze trakteerde de kinderen op echte Engelse thee met verse scones. Ze vertelde verhalen over de clans in Schotland en de vele verschillende wapenschilden. Ook wist zij dat er nog echte wilde katten in Glen Affric leefden met dikke staarten zonder punt. Om zeven uur de volgende ochtend werden Robin en Renee in hun eigen scheepskajuit wakker en brachten Milly een kopje thee op bed. Ze sliep in de kajuit tegenover hen.
Ze waren 17 uur onderweg geweest.

Zondag 24 december - 9.30 uur
Onze elfjarige zeepassagiers werden opgewacht door Morgan, Ethan and Mother Macauley. Ze hadden elkaar al via youtubefilmpjes gezien. De tweeling uit Rotterdam omhelsde Milly Macgaine. Ze bedankten haar wel vier keer.
'Thank you, thanks, merci beaucoup, dank u wel.'
Zonder die aardige Miss Milly waren ze nooit zo ver gekomen. Ze hadden hun rugzakken weer omgedaan en mengden zich tussen de mensen.

Ethan stond tegenover de uitstroom van reizigers en viel meteen op. Hij was lang en droeg een wapenschild met (hoe kan het ook anders?) een unicorn, door hemzelf geschilderd. Hij steunde met zijn rechter hand op een groot glimmend zilverkleurig zwaard. Als veertienjarige telde hij helemaal mee, zeker met zijn lengte. Zijn zus was drie dagen tien en zwaaide met haar plastic regenboogpaard naar Robin en Renee. De laatstgenoemden gedroegen zich graag als volwassenen als ze samen hun tijd deelden. In het bijzijn van grote mensen speelden ze voor de lol dat ze kinderen van elf waren. De mensen trapten er altijd in. Zij konden koken, ruimden hun eigen kamer op, draaiden met gemak wassen in de wasmachine. Van strijken wilden ze niks weten evenzo vonden ze het zonde van hun tijd om te stofzuigen. Ze hielden van de natuur, kenden bijna alle geluiden van vogels en wisten welke wilde planten je wel en niet kon eten. Aan paddestoelen waagden ze zich nog niet want de dood treedt snel in als je een giftige opeet. Ook konden ze aan de hand van de sterren in de nacht makkelijk bepalen waar het noorden, het oosten, het zuiden of het westen was. Door naar wolken te kijken lazen ze het weer. Ze waren uitermate geschikt voor de opdracht van sinterklaas.

'Who's Robin?'
'Ah..., you are Renee.'
'What a nice unicorn you have Morgan,' zei Robin.
'This is a very special kerststal.'
'It's made by myself,'sprak Renee.
'Your painted unicorn is also very nice,'
'It looks so real.'
'We can understand Dutch, uh we kunnen ook Nederlands praten,' stelde Ethan voor.
'Onze vader komt uit Willemstad.'
Mother Macauly zei:
'First we travel by car and after six hours you are going to ride in a 4- horses open sleigh.'
De kinderen zongen meteen in koor:
'Jingle Bells, Jingle Bells Jingle all the way.
Oh, what fun it is to ride in a 4-horses open sleigh, hay!'

Ze stapten in de meest stoere auto, die je maar kan voorstellen. Een Landrover Defender. Zo eentje met grote wielen, die er voor gemaakt zijn om door modder te kruipen. Een hoge rechthoekige voorkant, waar het monster van Loch Ness koppijn van zou krijgen als-ie er met zijn schedel tegenaan zou knallen. Zo'n kar die ontworpen is voor de wildernis, zoals bergschoenen voor trektochten over de Highlands. Mother Macauly zetelde zich achter het stuur.
She said:'So, fasten your seatbelts, we're about to take a trip into the wild, boys and girls.'
Schots avontuur in het noorden.
Het begon te sneeuwen.

Om een nog beter beeld te krijgen over wat zich in de volgende dagen afspeelde laat ik
je meelezen in het dagboek van Renee. Ze bood het zelf aan.
Mijn kijk op de eenhoorn is na het lezen van haar verhaal voor altijd veranderd. Ooit een hele lange nacht meegemaakt die niet eindigde?
Het begon alsvolgt:

zondag 24 december 2017

Ik weet waarom wij onze veiligheidsgordels moesten omdoen. Mother Macauley drukte haar gaspedaal met zoveel spirit in dat ik het idee kreeg dat ze achter een Bösendorfer 225 vleugel had plaatsgenomen en speelde in een orkest met Gergiev als dirigent. Ze voerde ons van het wegdek naar steeds hogere regionen, we kwamen zelfs los van de grond. Bij het remmen denderden we geregeld met een klap naar beneden. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt.
Er was nog meer. Steeds als ik Mother Macauley hoorde praten dacht ik aan die vrouw op de boot, ik hoorde Milly Macgaine. Die twee hadden iets met elkaar. Hoe en wat werd me pas dagen later duidelijk.

Peals of laughter
Vier dwergpaarden stonden voor een slee toen we aankwamen in Tomich, een plaatsje in Glen Affric, ongeveer 30 miles from Inverness. De hoefdieren waren breed en gespierd met prachtige lange manen. Er lag al zeker 10 centimeter sneeuw en de dieren stampten van ongeduld. Een hele lange man met een ijsmuts kwam naar ons toegelopen en opende de autodeur waar ik achter zat.
'Hello Renee and Robin,' zei hij met een brede smile.
'Ik heb al veel over jullie gehoord en wat fijn om weer voluit Nederlands te praten
'Kom er snel uit, hoe was jullie reis? Jullie zijn al dagen onderweg en zeg maar ome Soep tegen mij dat vind ik gezellig klinken en jullie zullen vast wel trek hebben in een stamppot met spek. Dat krijgen jullie mee, want haha jullie zijn er nog niet. George wacht op jullie op de plaats van bestemming. Een stenen huis in het woud.'
Hij gaf ons en hand en verontschuldigde zich dat we nog niet aan het eind van onze reis waren.
'Nog een klein stuk het bospad volgen en binnen een kwartier zijn jullie echt op jullie vakantieplek.'
Zijn kinderen stoven naar buiten en zakten meteen tot hun enkels weg in de vers gevallen sneeuw. Ze wisselden knuffels en hij keek ons nog even indringend in de ogen. Hij gaf zijn zoon handschoenen en overhandigde ons een deken, waar Robin meteen de sneeuw uit wapperde. Ethan zou ons door het woud gaan trekken. Ach wat schrijf ik nou? De vier paarden trokken ons.
Mother Macauley zou de volgende morgen even komen. Samen met haar man bleef ze in hun natuurstenen cottage met een stuk of twintig vakantiegasten. Rook steeg in kleine wolkjes op uit de schoorsteen.
Ik strekte me uit en zag Robin wilde sprongen maken. Morgan gooide een sneeuwbal naar haar broer en in een mum van tijd vlogen sneeuwbommen rond onze oren.
'Hurry, hurry,' zei mother Macauley en ze klapte met haar blote handen.
'You will freeze if you don't hurry.'
We duwden de bagage onder de houten banken van de slee en lieten de plank waarop we plaats namen met een klap neerkomen. Proviand ging ook mee en een ton drinken, chocolademelk ontdekten we later. We gingen zitten en ik had een enorme honger. Uit de kerststal kwam een zacht gehinnik en even dacht ik dat het mijn maag was.
Morgan zei:'I hear bellylaughs, lovely bellylaughs.'
Morgen zou ik het haar laten zien. Morgen zou zij ons geheim mogen aanraken. Robin snoot zijn neus.
'It's flipping freezing.'

Ethan klakte twee keer met zijn tong en gooide de teugels op. De paarden briesten en snofen. Langzaam kwamen hun lichamen in beweging. We zwaaiden naar mother Macauley en father Soop.
'See you tomorrow!'
Ik vond het vreemd dat we zonder hun verder gingen. Ethan rinkelde met een scheepsbel en een vage afdruk in de sneeuw achtervolgde ons. Spoedig zouden wij geen sporen meer nalaten, want steeds meer vlokken dwarrelden om ons heen. We gleden de koude avond in. De manen van de paarden golfden sierlijk tegen de witte achtergrond. Het was stil, doordat de gevallen sneeuw het geluid dempte. We trokken de wollen deken over onze hoofden en kropen dicht tegen elkaar aan.

'See you tomorrow, hoorde ik de ouders nog zeggen'
Nooit gedacht dat een nacht zo lang kon duren.

De maan hing als een grote zilveren kerstbal boven ons. We hadden geweldig zicht. Schaduwen deden me aan overdag denken. Ik begreep ineens waarom nachthoveniers zweerden bij zaaien in maanlicht. Een goede start is het halve werk voor een gezond plantenleven. Geen zonnestraal die je als zaadje uitdroogt en geen vogel die je meteen opeet. Natuurlijk griezelden we onder onze deken en hadden we het over:'Stel dat we het huisje toch niet zouden vinden?'
Morgan verzekerde ons dat je niet kon verdwalen als je gewoon het pad volgde en dat je het kon ruiken als je in de buurt kwam. Ik dacht meteen aan Rotterdam. De Maas geurt al van grote afstand. We grapten over wolven op de weg en beren achter bomen en ons troeteldier in zijn stal knorde onophoudelijk, waardoor Robin en ik steeds harder gingen praten. We wilden ons geheim nog niet prijsgeven.
Morgan zei:'Do you smell it?'
'De geur van zoet verbrand hout, dat uit een schoorsteen komt.'
Ethan riep:'Ho,ho,hooohh!'
We waren er.

Ik zag geen bemost boshuis met scheve houten luiken en een gammele groene kraakdeur, nee daar stond een kasteeltoren fier naar de hemel reikend, op ongeveer 10 meter van het pad. Het was opgetrokken uit natuurstenen met daartussen uitkijkposten van glas. De schoorsteen preikte precies in het midden van het in een punt-toelopend dak. Ooit was dit majesteitelijk onderkomen het huis van de paardenverzorger, fantaseerde ik. De stal stond op nog geen 5 meter. Het leek heel logisch, dat boven op de berg in de Middeleeuwen een kasteel stond. Nooit zal ik vergeten hoe warm het beneden in het vertrek was en hoe afschuwelijk de kou was waar Morgan en ik een dag later in terecht kwamen. Ik besloot eerst mijn kleine hoefdier te verzorgen en rommelde buiten met water, hooi, haver en stro. Ethan liep met zijn paarden naar de stal en ik volgde hem op de voet. Die van mij kon daar ook staan, een stal in een stal. Er was genoeg plek. Ik maakte met balen stro een omheining. De unicorn kon eindelijk zijn magische benen strekken, lopen en rennen.

George, gehuld in vodden, stond in de deuropening van de toren en heette ons als een jonge schoolmeester welkom. Dat ging zo: Hij boog ietsje naar voren en sprak zachtjes in je oor: 'Welcome, welcome children.'
Hij gaf een hand en keek in je ogen. Hij had zachtblauwe. Vervolgens zei hij op een wat lijzige manier onze naam. Ethan en Morgan waren wel bekenden voor hem.

Je kan vanalles verwachten binnen een toren in het bos. Denk aan een grote ronde riddertafel, wapenschilden, pijl en bogen, tientallen boeken. Een mega verzameling hoorns is toch niet het eerste waar je aan denkt? Hij spaarde ze al in zijn jonge jaren en had ze van Schotse hooglanders, Nederlandse koeien, Franse schapen, Belgische bokken, geiten en nog eentje van onbekende oorsprong. Aan de muur hingen exemplaren van gazellen uit Afrika en twee kanjers van een okapi, een brede van een waterbuffel en ook eentje van een vis. Echt ongelofelijk veel. Zijn studie biologie in Edingburgh had zijn verzamelwoede nog verder doen uitbarsten. Geen houden meer aan.
We gingen rond de houtkachel zitten en onze wangen werden roder en roder. We slurpten groentesoep als hongerige soldaten en werden kannibalen bij het naar binnen schokken van de grote stukken spek en worst die bij de andijvie-stampot op de borden lagen. Morgan at een vegetarische worst die er bijna net zo uit zag als de onze. Voldaan zakten we onderuit in comfortabele stoelen. Ik begon me in stilte af te vragen of het nou allemaal gewoon toeval was of dat er veel meer achter zat? Robin en ik hadden tenslotte een geheime opdracht van een moderne sinterklaas.
George begon te vertellen over tekeningen van gazellen en over oude afbeeldingen die hij zelf gevonden had van dieren met maar één hoorn. Hij liet ons een plaatje zien van een schilderij waarop een dame met een klein unicorn op haar schoot te zien was en hij toonde riddertoernooien waar speren de indruk van hoorns op paardenhoofden gaven. Niemand besefte toen dat we in een groot avontuur landden. Bijna had ik het niet meer kunnen navertellen.

George sloot alle luiken van de smalle ramen en opende de deur om te kijken of er toch niet iemand achter stond. We hadden niet het idee dat achtervolgersons op de hielen zaten tijdens onze sleetocht. We begrepen nog niks van zijn gedrag. We begrepen nog helemaal niks van onze eigen missie. Daar iets op het spel stond moesten we een geheimhoudingsplicht uitspreken. Een olleke, bolleke, knol. Het werd spannend.
Hij wilde zeker weten dat zijn ontdekking niet in handen zou vallen van vreemde snuiters zoals de hoornjagers van de rode rotonde. Bloedbroeders met rode vingers en tassen vol pleisters, die alles in het werk stelden om aan bijzondere hoorns te komen.
'Als ik zeg alles, dan bedoel ik ook alles,' zei George en maakte een I-kill- you beweging naar zijn eigen strot en naar die van Ethan.
'Wauw,' zei laatst genoemde en stak als eerste zijn arm uit met zijn hand in een vuist. Morgan legde haar knuisje daar op. Robin en Renee volgden.
Ethan sprak:'Wij uh ...kinderen van de ronde toren zullen niks verraden over het grote geheim dat George met ons gaat delen.'
'Olleke, bolleke, silence solleke, olleke, bolleke, knol.'
We herhaalden zijn woorden nogmaals, allemaal tegelijk.
We keken elkaar minuten lang in de ogen. George kuchte en wenkte ons mee te komen.
Hij zei: 'Next time put all your clothes on.'
In plaats van de deur te openen bukte George zich en opende een luik in de vloer. Een enorme kou steeg op.
'Follow me and be careful.'
'Voorzichtig, de laatste tree ontbreekt.'
Nadat we ons door de smalle opening hadden gewormd en twee meter lager weer grond onder onze zolen voelden, sloot George zorgvuldig de opening boven. We waren in een muffe gang zonder licht. Het rook naar champignons en herstbladeren. De zaklantaren was noodzakelijk. Soms moest je bukken en een andere keer was er veel ruimte boven je hoofd. Je kon helemaal doorlopen naar Tomich. Dat deden we die avond nog niet. We waren veel te uitgeput door de lange rit uit New Castle. Na ongeveer een kwartier keerden we om.
Weer boven in de warmte was het Robin die zich op een plechtige wijze naar de anderen richtte. Hij stond op en begon in zijn beste Engels: We also have a secret, it lives in our crib. At this moment he is sleeping, but tomorrow we will show you. Ethan, Morgan en George maakten grappen over een cavia en een dwergkonijn haha...een dwergmuis.
Ze moesten eens weten.....,

De volgende morgen om 7 uur werden we gewekt door George die beneden brood en eieren had gebakken en bosbessenjam voor Morgan op tafel had gezet. Toen ik beneden kwam keken ze me allemaal met een vragende blik aan, behalve Robin.
‘Kom mee naar de stal, and I show you.’
Het was nog donker en de sneeuw had een donzen dekbed over het bos geworpen. Iedereen was stil. Unicorn lag te slapen in een bedje van stro. Hij leek meer een paard dan alle dagen daarvoor.
‘Is it real?’vroeg George
‘Ofcourse,’zei Robin
‘Hij eet, slaapt en poept, dan leef je toch?’
Morgan zei:’Dobry, lief dier.’
En zo kwam het dat onze unicorn een naam kreeg.
Ze waren allemaal 5 seconden sprakeloos.
George doorbrak de stilte met woorden als:’I’ll show you, ik zal het jullie laten zien.’
Wat bedoelde hij?
George kende de stamboom van het paardje en fluisterde dat zijn hoorn licht zou gaan geven als het beestje volgroeid was en zijn bestemming gevonden had. Dat schijnt bij mensen ook zo te zijn, niet letterlijk dan.
We verlieten de stallen en namen plaats aan tafel voor het ontbijt. We voelden allemaal een zenuwachtigheid in George. Zijn gezicht was rood van de spanning. Ethan gooide per ongeluk de koffiepot om en wilde de afwas doen met mij, om de schade te herstellen.
Onze biologiestudent in zijn blauwe Schots-en scheef gebreide schapen trui had haast en struikelde over zijn woorden. Het kwam er op neer dat we eerst een ochtendwandeling onder de grond naar Tomich moesten maken, voordat Mother Macauley langs zou komen. Er was geen tijd meer te verliezen.
‘Neem het paardje mee, haal Dobry!’

Denk je dat ik het hoefdiertje ging halen?
Nee.
Na zo'n lange reis moet een jong beest de tijd krijgen om te wennen, om bij te komen.
Wat was er nou allemaal gaande?
Robin schudde zijn bruine haren heftig heen en weer, als een rockartiest achter een veel te grote gitaar. Ik weet dat op zo'n moment zijn geduld op is.
'Vertel wat je van ons wil,' blafte hij naar George.
'Ik zet geen stap meer in een donkere gang of waar dan ook als er nadere verklaringen uitblijven. Wie zijn de hoornjagers van de Rode Rotonde? Waarom moeten we in de vroege ochtend naar Tomich?'
'Okay, okay, okay, suste de bioloog.
'Ik ben te ongeduldig en te gehaast. Sorry kids.'
'Ethan, wil jij het misschien vertellen? Hoe het allemaal begon. Of Morgan misschien wil jij? Ja Morgan vertel jij het, sprak Ethan tegen zijn zus.'
En zo kwam haar verhaal ten gehore:
'Zoals de nieuwkomers Renee en Robin nog niet weten droom ik al jaren van werken in een circus. Ik houd van: aan de trapeze (lees boomtakken) hangen, over touwen lopen (lees over stenen lopen in beken) en in smalle tunnels kruipen. Op een dag kwam George bij ons logeren in de cottage, die op internet bekend staat als een rustige Bed and Breakfast. In werkelijkheid is het een drukte van jewelste. Het personeel loopt zich een slag in de rondte en de naam Red Roundabout spreekt zichzelf niet tegen. De nieuwe gast, George had zo enorm veel bagage meegenomen dat hij wel een kamer extra kon gebruiken haha. Naast al zijn koffers vol boeken had hij ook tassen vol klimspullen zoals touwen, houwelen, een kompas en ook nog een scheepsmand gevuld met hoorns. Ik zag in hem een circusartiest. Het was ietsje anders. Hij was op zoek naar een afgelegen huis in de bossen om in stilte te studeren, zich te bezinnen en te schrijven en daarnaast te wandelen en te klimmen. Dat laatste leek me zo spannend. In onze cottage was het toch drukker dan hij zich van te voren had voorgesteld en zo kwam onze Soepvader op het idee om de toren een eindje verderop weer te gaan verhuren. Ethan en ik vonden het heerlijk om met verhuizen te helpen en onze vier paarden hadden veel plezier tijdens het trekken van hun kar. We leerden George steeds beter kennen en daarmee ook zijn geheimen.
'Vertel, vertel , vertel nou eens,' schreeuwde Robin, die nog steeds onbeheerst nieuwgierig was.
'Okay, I'll tell more,'zei George, die op een houten keukenstoel was gaan zitten en ernstig keek. Het nam het verhaal van Morgan over en zei:
'Het was op een donderdag in november dat we met z'n drieën aan tafel werkten. Jullie deden je huiswerk en ik was met het categoriseren van mijn hoornenverzameling bezig. Morgan loopt het liefst op blote voeten en dat bracht die dag veel goeds. Ze voelde met haar lenige tenen iets onder het vloerkleed. Ja en binnen een paar tellen hadden we een luik in de vloer ontdekt. Hartstikke op slot en keihard metaal. Met een koevoet brak ik de vergrendeling open. Nog diezelfde dag maakten we onze eerste tocht door een tunnel. Nee, niet op blote voeten. Morgan had haar gympies aan.'
Ethan vervolgde met een enorme vaart alsof hij daarmee het dreigende gevaar voor bleef. Het was namelijk al veel langer in Tomich bekend dat in barre natte tijden schatgravers kwamen. Dat waren vreemde gasten in rode regenpakken die in ploegendiensten dag en nacht graafwerkzaamheden verrichten in de blubber van Glen Affric. Niet met machines, niet met vergunningen, nooit in overleg. Niemand kon er een touw aan vast knopen. Zij waren het die de hoornjagers van de Rode Rotonde werden genoemd. Dat kwam volgens George onder andere door hun vreemde paraplu's bovenop hun hoofden, die ze in de zomer droegen. Ze logeerden altijd in de Red Roundabout. Rare snuiters, waar je voor moest oppassen. Hoorndol werd je van ze. Waren het alleen maar roddels?
Je zou willen dat ze in het diepste geheim en ik bedoel het letterlijk:ver onder het aardoppervlak, werkten aan een herleving van een oude legende. Dat wilde ik graag geloven. Wie dol is op nog meer oude ondergrondse verhalen, raad ik aan een keer naar Edingburgh te reizen. Daar zijn gangen, wat zeg ik ? Daar zijn straten van vroeger onder de grond. Daar kunnen bezoekers zich inleven hoe de mensen vroeger hun dagen doorkwamen. In tijden van de pest en de cholera. Er ging een rilling door me heen bij de gedachte aan enge ziektes. Je zou denken dat ze onder de grond nog altijd doorwoekeren.

In het woud vloog een ransuil op, binnen keuvelden wij in het flikkerende licht van de brandende kachel. We waren weer nader tot elkaar gekomen, schonken thee met honing en de sfeer? Best ontspannen. We wilden uit loyaliteit tegemoet komen aan de wens van George. Ondergronds en in het diepste geheim. We deden zoveel mogelijk kleding aan. Dobry bleef in zijn stal bij de andere paarden. We zouden de gasten in de Red Roundabout gaan beluisteren en begluren. Dat kon via een smalle gleuf in een houten kamerwand in de mooiste kamer van het huis. Als het meezat zouden we meer te weten komen over de plannen van de rode regenjasdragers, mits ze niet sliepen. Na een halfuur stonden we stil bij de geheime spleet en staarden om beurten in het grote niets. De Roundabouts sliepen nog. Jammer, heel jammer.
We vervolgden onze tocht en na een kwartier eindigde de gang, totdat Morgan als een aal door een kleine opening in een bergwand gleed. Wij volgden en wrongen ons naar binnen. Het deed me aan de toegang van een oor denken. IJskoud was het.
Wie had het ooit voor mogelijk gehouden dat in de binnenlanden van Schotland een natuurlijke grot zou zijn? Zoiets verwacht je bij de kust. De getijdewerking en stormen helpen mee met het uitslijten van de ruimtes binnensrots. Er waren geen druipstenen, dus geen stalactieten en stalagmieten. Een zwart stil meer strekte zich uit tussen ruwe rotswanden en her en der lagen rond afgesleten keien als eieren van een dinosaurus uit een versteend tijdperk. Voorzichtig liepen we achter elkaar. We waren op onze hoede in het begin. Later sprongen we lachend tegen bergmuren en over plassen. Ook George. Geen moment leken we te beseffen dat we kopje onder konden gaan in de zwarte inkt onder ons.  Morgan stal de show met haar koprol over de keien. We raakten overmoedig. Dat is helemaal niet erg zolang je op je passen let en geen vreemde geluiden je in een staat van onraad en verwarring brengen. Ja we hoorden het echt. Een nies. Een hatjoehoe! Zo'n nies van je buurman aan de andere kant van de muur. Aan de andere kant van de muur? Zo vreemd is dat niet toch? Een nies? Ja wel op de plek waar wij waren. Is het niet zo in het leven dat daar waar je naar op zoek bent vanzelf naar je toekomt, als je geduldig bent? Was het de nies van een rode regenjasdrager? George veranderde weer in de schoolmeester die hij gister ook was toen we aankwamen. Hij deed a silence-gebaar naar ons. Zo'n schoolse wijsvinger naar zijn mond. Natuurlijk hielden wij ons stil. We liepen wel verder. George begon weer zenuwachtig te doen. Pareltjes zweet verschenen boven z'n ogen. Ik zag ze glinsteren in het licht van mijn lantaren. Waar liepen we eigenlijk op af? Had deze natte koude onderneming een doel? Welke dan? In gedachte zag ik de rode regenjasdragers door een spleet in de muur naar ons kijken. Waarom niet? Ook zij konden hun gluurgeheimen hebben en zij hadden wel wat te zien. Ik kreeg een geluidloze lachbui en zag in gedachte Morgan haar koprollen maken over de keien.
Ik zag voor mijn geestesoog de verbazing van de Roundabouts. Wie maakt nou koprollen meters diep onder de grond?

Nadat we weer 15 minuten verder waren en geen nies of wat dan ook hoorden, namen we pauze en schonken warme chocolademelk uit een thermoskan in stalen bekers. George vroeg of iemand wist waar hoorn uit bestaat? Het eerste waar ik aan dacht waren nagels.
Robin sprak het hardop uit en Ethan vulde dat aan met: 'Hetzelfde materiaal als haar.'
Waar bestaan haren uit?
Morgan zei dat ze het wist.
'Iets met ....tine, geen kerozine, maarre kerotine, nee uh keratine.'
George vroeg:'Wat kan je met keratine?'
'Knippen,' grapte Ethan.
'Een heksendrank van maken,' zei Morgan.
'Of haarballen met stukjes nagel en dan bakken en opeten.'
'Ha,ha, wat stom is dat.'
George vervolgde:'Er is een groeiend aantal mensen dat daar heel anders over denkt. Of ze denken is eigenlijk de vraag. Volgens mij doen ze dat niet. Ze geloven in een leugen waar flink voor betaald wordt. Als steeds meer mensen een illusie als waarheid in stand houden wordt het dus de waarheid. Heel gevaarlijk. Die zien in keratine een heilzaam goedje, een medicijn, een middel tegen kanker. Wisten jullie dat neushoornhoorn meer opleverd dan goud?'
'Echt? Dat lijkt me sterk,' zei ik.
George vervolgde:' Ik ken een verhaal over een minister in Vietnam die prostaatkanker had. In het openbaar sprak hij daar over en hij genas door het wondermiddel dat met neushoornhoorn gemaakt wordt. Zijn verhaal schijnt ervoor gezorgd te hebben dat stropers in Zuid Afrika gemiddeld drie tot vier neushoorns per dag afschieten. Dat is dus iets van de laatste jaren. Per jaar gaan er wel 1100 neushoornhoorns over de toonbank. Daar is een enorme handel in ontstaan. Als je denkt dat ik het allemaal uit mijn duim zuig kan ik je het bewijs leveren. Kijk donderdag 18 januari 2018 naar aflevering 4 Zuid Afrika met Floortje naar het einde van de wereld. Jamie van 23 leidt je rond. Je gaat via je computer naar een geheime lokatie, een rhino orphanage, waar de weesjes van gestroopte neushoorns worden opgevangen en beschermd. Je mond zal openvallen.
Snappen jullie nu mijn bezorgdheid? Als neushoornhoorn per kilo bakken dollars opleverd, wat zal de hoorn van een zeldzame unicorn dan niet opleveren?
Maar dat is nog niet alles. Loop even mee ik laat jullie iets ongelofelijks zien.'
We volgden George op de voet en wat hij ons liet zien leek op de eerste foto's die de mensheid rond 1824 zag. Zo ongelofelijk was het.'
Wat liet hij ons met eigen ogen zien?
Op een rotswand waren tekeningen van unicorns gemaakt. Dat hoeft niet vreemd te zijn. Ze worden door ontelbaar veel kinderen dagelijks getekend en nog mooi ook. Allemaal even groot en kijk nog eens goed. Ja, ze leken op Dobry. Dat was nog niet alles. Een eindje verder waren nog meer hoornpaarden op rotswanden gekrast. Die waren veel groter. De ouders? Hun afmetingen leken levensecht. Op ware grootte tekenen gebeurt zelden op scholen en academies. Meestal worden figuren kleiner weergegeven of vele malen groter. Het mag allemaal bijzonder heten, het wordt griezelig als je ook nog echte sporen van hoeven ziet. Ja, we schenen er met onze zaklantaarns op en zagen zelfs een paardenvijg. Ik begon te denken aan een complot. Hoe konden we zo dom zijn?
Die rode hoornjagers hebben hun handen uit hun regenmouwen gestoken en willen ons doen geloven dat nog tientallen unicorns bestaan.
Onze Dobry bestaat toch ook?
Wat is dit allemaal?
George straalde opgelucht. Een zware last was van zijn schouders gegleden dat zag ik aan zijn gezicht. Hij deelde nu met ons zijn geheim en wij deelden met hun ons geheim. Wat zou jij doen als je een levende unicorn in je schoen zou vinden? Met wie zou jij dat willen delen?

Een ieder dacht er het zijne van. Waren het krastekeningen uit lang vervlogen tijden? Waren ze vers? Nee, niet van gisteren. In december waren ze voor het eerst gezien door George, Morgan en Ethan. Wie hadden ze gemaakt? Wanneer en waarom?
Waarom tekenen mensen? Meestal begint het met plezier en als het meezit verdien je er wat mee. Goed voor je zelfvertrouwen als anderen het geweldig vinden. Misschien was een plaatselijke tekenclub op het idee gekomen ondergronds te gaan? Wilde iemand iets duidelijk maken? Dat zou bovengronds meer uithalen, zou je denken, tenzij.
Tenzij wat?
Deepdown below.
'Ondergrondse Schotlandbewoners?' fluisterde Ethan in mijn oor.
Het werd steeds raarder.

Ik kreeg zin om terug te gaan. Het was koud en al zo lang donker. Een griezelig gevoel wrat zich als een regenworm door mijn darmen. Iedereen vertrouwde op George. Hij was de oudste en automatisch denk je dan dat hij het allemaal weet. Opgelucht of niet, zijn zenuwen speelden parten. Morgan ontdekte dat we verkeerd liepen. Er was een tweede weg links. We keerden om en stapten na 20 stappen weer in onze (omgekeerde) voetsporen. Later wurmden we ons weer door de smalle opening en wandelden richting Tomich. Dit keer hadden we meer geluk bij het begluren van de Bed-and Breakfastburen.
We zagen plattegronden op de vloer liggen. Op een tafel een paar meter van onze gluurspleet lagen allerlei voorwerpen zoals een ouderwetse ballpoint, een notitieblokje, een hoorntje van een ver strand. Een hoorntje of moet ik horentje schrijven zoals ze in het Natuurmuseum in Rotterdam gebruikelijk is bij pantsers van zeedieren? Voor zover mijn kennis reikt is Schotland nooit een zee geweest zoals Zuid Frankrijk, waar je fossielen kan vinden in kalksteen. Waren de rode rovers werkelijk bloedvergietende hoornjagers of waren zij gelukkige geologen uit brave welvarende gezinnen? Of waren het paleontologen of biologen? Op de grond slingerde een visnet. Ethan zei dat het niet voor vissen werd gebruikt. Je moest je hoofd er door steken en dan was het een klamboe om muggen buiten te houden. Dat dragen mensen in de zomer over hun hoofd. Hoe heetten die piepkleine zoemers in Schotland ook alweer? Weet jij het?
Morgan was naast me komen staan en hield mijn hand vast. We roken een boerderijgeur. We ontdekten dat we na het verlaten van de trap naar rechts konden en volgden een nieuwe route. Het werd steeds smaller. Een wenteltrap naar beneden hadden we natuurlijk helemaal niet verwacht. We konden de verleiding niet weerstaan en daalden een paar treden. We twijfelden en wilden de jongens gaan halen. Net op dat moment viel een deur dicht. Donker was het toch al daardoor zag je niet dat het onze deur was. We konden niet meer terug. Wij zaten gevangen in het portaal en konden alleen nog maar verder dalen. Zou deze situatie al van te voren bedacht zijn en hoort het bij onze geheime opdracht? De deur was in een slot gevallen. Vraag me niet hoe en door wie. Het werd allemaal steeds geheimzinniger. Morgan was niet bang en trok aan mijn hand.
'Oh dear, adventure is calling us from deep down.'
We gingen de trap af, nog dieper Schotland in. Geen Ben Nevis beklimming, maar een Glen Affric daling. Een lichtstreep werd voor twee minuten onze horizon. Zou de zon nog opkomen vandaag? Hoe laat zou het zijn? Ik moest ineens geeuwen. We klopten op een houten deur. Als van verre bestuurd ging-ie open.

Binnen was een prachtig verlichte ronde ruimte met een brandende kachel in het midden en een gedekte tafel daarnaast. Twee gele borden, een rode pot warme thee, lichtblauwe kopjes, honing en vers gebakken broodjes in een mand. Het leek een hotel of uh eigenlijk meer nog de kasteeltoren van George. Er brandde net zo'n kachel als waar we 's ochtends voor hadden gezeten. Deze zag er nieuwer uit. Ik dacht aan de pijp omhoog. Hoe lang zou-ie zijn? We waren uitgehongerd en besloten aan te vallen. We zouden later alles teruggeven. Morgan likte haar vingers af. Ze smeerde cashewnotenpasta op de meest knapperige broodjes die je kan voorstellen. Ik smeerde roomboter en legde daar verse aardbijen uh aardbeien op. Na het feestmaal gingen we in comfortabele stoelen hangen en vielen in slaap.
Ik weet niet hoelang we weg waren, maar bij het ontwaken stond ze daar. Een dwergpony die op onze Dobry leek. Zonder hoorn op het hoofd. Een kleine Witje. Elk moment kon Pippie Langkous binnenkomen fantaseerde ik. Het werd een peuter die als eerste de kamer insprong. Eentje met knalrode wangen en een aanstekelijke lach. Een man volgde. Dat was vader. Ze leken heel erg op elkaar: dezelfde bruine ogen, dezelfde piekerige bruine haren, dezelfde verbaasde blik. De grote meneer sprak Schots. Hij sprak over het grote paard dat hun huisgenoot was.
' This big fellow.'
Morgan en ik zagen een klein paard. Zijn hoofd reikte tot het zitvlak van de stoel. Dat is toch niet groot?
De vader zei dat we hem moesten volgen:' Follow me.'
Hij wees ons hyper moderne badkamers met alles erop en eraan, behalve daglicht.
Nadat we klaar waren met baden was het een drukte van jewelste in de ronde kamer, ik bedoel in mijn ronde bovenkamer. Onze broodbordjes waren weg en vijf grote nieuwe gaapten ons met open mond aan. Raad eens wat we gingen eten?
Pizza's met Schotse zalm, uien en tomaten. Ondergronds gezond. We hadden trek voor tien. Achaius, zou na het avondeten de stallen laten zien en vertellen over de wondere wereld van zijn hoefdieren. Achaius is de naam van de vader. Het betekent: vriend van een paard. Zijn zoon heet Ailein dat betekent: van de groene vlakte.
Ik vroeg of ze ook weleens bovengronds kwamen.
'Natuurlijk, ieder mens en bijna elk dier heeft zonlicht nodig.'
'Waarom wonen jullie dan zo diep in Schotland?'
Morgan lachte naar me en Achaius begon met zijn verbaal:
Eens heel lang geleden leefden in het oerbos van Glen Affric beren, wolven, wilde katten en unicorns. Er was een evenwicht in het dierenrijk van toen. Beren brulden hun kleintjes bij elkaar. Unicorns konden met hun hoorn flink prikken als een beer te dichbij kwam. Ook de wolven werden weleens kontje gelicht door de speer van een unicorn. Door de komst van de mens verdwenen de beren en wolven. De slimste wilde katten zijn er nog wel, in zeer kleine getale. Unicorns werden in de loop van de eeuwen door een evolutionair proces steeds kleiner. Door hun afmeting worden ze literally (=letterlijk) over het hoofd gezien. Daardoor konden ze in familieverbanden blijven voortbestaan. Totdat, ja totdat de hoornjagers van de rode rotonde met hun scheppen in de aarde van Glen Affric gingen porren. Eerst zochten ze nog naar bijzondere aardwormen, pissebedden en ander klein levend spul, totdat ze op een regendag een unicorn voorbij zagen galopperen.
Wie raakt niet betoverd door zo'n magisch dier?
Vanaf dat moment ging het bergafwaards met het levensgeluk van de paardjes. Als laffe cowboys gooiden de rode regenjasdragers hun touwen rond de halzen van de sprookjesdieren, zaagden met bruut geweld de hoorns af en lieten de beesten op de meest vreemde plaatsen weer vrij. Zo liepen op een mistige dag twee veulens in een druk bezochte ruïne aan het meer van Loch Ness. Ook in een Schotse trein lag er zomaar eentje te sneurken op een bank en laatst nog in een klaslokaal van een Rotterdamse school in Ommoord. Internet en de papieren kranten maken geregeld melding van kabouterpaarden met rode bulten op hun hoofd. Kleine hoefdieren verschijnen op de meest gekke plekken in de wereld. Fantastische paardenfamilies worden uit elkaar gerukt: vaders, moeders, broertjes, zusjes, ooms en tantes. Het duurt jaren voor ze elkaar weer vinden. In Edingburgh is een ondergrondse handel in hoorns gaande. Andere steden volgden, zoals Londen, Parijs, Moskou Rotterdam, New York en zelfs een stad in IJsland. Om de hardhandigheid van de rode jassen te lijf te gaan heb ik, Achaius, besloten zelf de unicorns van de paardenkoppies te halen, liefst als de beesten nog kleuter zijn. Verwijderen zonder pijn. Met verdoving en goede nazorg.
'Maar, uh...,' hier begon ik te stotteren en de hakkelen. Kon ik Achaius vertrouwen of was hij een spion van de rode regenjassen?
Wat stond er ook alweer op het briefje, dat ik van sinterklaas had gekregen? Iets met ogen en iets met verbinden.
Ik besloot Achaius in zijn ogen te kijken. Hij ontweek geen moment mijn blik. Echt geloof me, als je twijfelt aan iemand kijk hem of haar recht aan. Word je ontweken? Dan is er iets niet pluis.
Het leek of hij mijn gedachten kon lezen.
Achaius antwoordde:'Ja, ik zei het toch? Ze duiken overal op.'
'Maar die van mij heeft nog wel een hoorn!' knalde ik eruit.
'Dat is bijzonder, buitengewoon interessant, een unicum.' antwoordde de vader.
'Wees er zuinig op, hij heeft jou uitgekozen. Vergeet niet dat unicorns net zo lang op aarde zijn als mensen. Ze zijn slimmer dan......'
Hier stokte Achaius want we hoorden gestommel. In een ruk trok Ailein de deur open en daar stond een jonge vrouw.
'Ah Alena, let me introduce you to Morgan and Renee.'
Het was de vrouw van Achaius.
Ben jij ook van iemand?
Ze vertelde dat de paarden naar boven waren en wij in de stallen konden. Het rook naar stro en hooi. Via een lange gang kon je naar boven lopen, wat we deden. Sneeuw viel als ijszoentjes op mijn gezicht. Wat hadden Morgan en ik de frisse lucht gemist. We stonden op een eindeloos veld. Stilte regeerde. Het was donker. Rookwolken stegen op als luchtkastelen van nog geen 10 centimeter. Wie goede ogen heeft ziet alles.

Diezelfde avond liepen wij ondergronds terug naar de toren van George. Het werd een helletocht. Kou kroop als een zwerm muggen onder onze kleding en prikte vooral in onze voeten en handen. De zaklantaren kon zijn werk nauwelijks meer voor elkaar krijgen. De batterij raakte op. We vielen in kuilen, stonden op, zochten en probeerden totdat we met onze zwakke verlichting op de opening in de rotswand schenen. Daar waar het einde van de gang naar Tomich was. Daar waar we ons die ochtend doorheen hadden gewurmd. Herkenning maakte ons blij. We konden vanaf die plek met onze ogen dicht de weg naar de toren vinden. Inderdaad, na een minuut of 30 beschenen we met de laatste lichtstralen de trap zonder onderste tree. Een paar flinke beuken tegen de onderkant van het luik gaf gehoor aan onze aanwezigheid.
'We are still alive!'
George opende onmiddelijk. Hij had zijn matras op de grond in de kamer liggen. Ons geluksgevoel was maar voor even, want Dobry was weg en dat niet alleen. Ook Robin en Ethan waren er niet.

Terwijl George het luik sloot en het vloerkleed rechttrok, ploften wij op zijn matras.
Mijn voeten waren gevoelloze blokken. In onze vingers zat nauwelijks beweging. We moesten ontdooien.
George zei:'We misten jullie pas veel later. We liepen rondjes en waren in de war. Soms denk je een omgeving te kennen en blijkt dat totaal niet te kloppen. Uiteindelijk scheen Robin met zijn lamp op de opening aan het einde van de gang naar Tomich. We gingen er vanuit dat jullie ons volgden.
Eenmaal boven in de toren hoorden we iemand op de deur kloppen.'
'Mother Macauly?'
'Nee, father Soop. Hij kwam Ethan en Robin halen om in de Bed and Breakfast te komen helpen. Dat kwam goed uit, want zo konden ze veel makkelijker de rode regenjasdragers bespioneren. Mother Macauly was hals over kop naar haar zus
Milly Macgaine in Inverness gereden. Vraag me niet waarom, maar vanavond kwamen jullie broers niet terug.'
'Wat is het eigenlijk vandaag voor dag?', vroeg Morgan.
George liep naar een raam, opende een luik en zei:' Kijk, het is nacht, dinsdagnacht.'


Het dagboek van Renee maakt geen melding over de zaken die Ethan en Robin voor hun kiezen kregen. Ze snoepten dropjes, waar ze niet van af konden blijven. Van Dobry was ieder spoor bijster. Wat gebeurde die maandag?
Het fabeldier had lang genoeg binnen gestaan. Zijn paardenkrachten trokken aan hem. Hij moest zijn instinct volgen. Op het moment dat Ethan en Robin de vier trekpaarden voor de slee spanden om naar Tomich te glijden, maakte de eenhoorn zich klaar voor zijn tocht door de frisse buitenlucht..
Ethan klikte weer met zijn tong en hun voertuig kwam langzaam in beweging. Op het moment dat de jongens vaart maakten hadden ze het te druk met kletsen over hun drones en hoe hoog ze met hun apparaten konden. Als ze even achterom hadden gekeken waren ze getuige geweest van de magie van een echte unicorn. Deze liet zijn pronkstuk in alle kleuren van de regenboog oplichten alvorens hij zijn speer vooruit duwde door de sneeuw van Schotland.

22 april 2018


Demmy (7 jaar) en Anna (8 jaar) maakten van papiermaché de twee voorste paardjes op de foto hier boven. De achterste komt van mijn hand. De hoorns komen uit zee.
Het verhaal telt 7728 woorden





wordt vervolgd...,

***)(***



In 1987 schreef ik een toneelvoorstelling: Viola's reizen voor kinderen (met liedjes en muziek). Een tournee langs bijna alle kinderdagverblijven in Rotterdam Zuid volgde.
Daar de tijd niet stil heeft gestaan besloot ik in 2017 een nieuwe Viola's reizen te schrijven. Weer over een bezoek in de dierentuin, weer met humor en niet alleen voor de kleintjes.

17 november 2017 

Viola's reizen


Er was eens een meisje, dat een muis als vriend had. Niet vreemd toch? Veel kinderen houden van die piepbeestjes. Veel grote mensen delen die liefde niet.
Het meisje was ongewoon, ze was maar 11 centimeter lang. Dat is ongeveer zo klein als een zaktelefoon anno 2017. Ze was de allerkleinste mens van de hele wereld. Haar moeder, die weliswaar slechte ogen had, kon haar eigen dochtertje nauwelijks zien. Als ze haar kind in de ogen wilde kijken kwam er altijd een ouderwets vergrootglas te voorschijn. Mobieltjes waren niet aanwezig in het huis waar dit verhaal begint. Het meisje sliep niet in een bedje zoals jij, ze woonde ook niet in een poppenhuis, wat je wel zou verwachten. Nee ze had de binnenkant van een oude viool als kamer. Ze had een zacht nestje van watten gemaakt waarin ze de nachten doorbracht in een luxe washand, samen met haar muis.
Mocht je denken dat ze het erg vond zo klein te zijn dan heb je het mis. Ze vond het juist heerlijk. Door haar afmeting kon ze veel meer beleven dan andere kinderen. Er waren voordelen: ze hoefde nooit naar school, nooit naar de kapper, nooit naar een tandarts, niet verplicht op zwemmen of andere clubjes. Ze kon praten met insecten en het allerbelangrijkste zij en haar muis waren volkomen vrij.

Op een dag besloot ze op reis te gaan. Ze vertelde haar moeder dat ze naar de dierentuin wilde. Die was tegenover hun woning. Je kon ‘s nachts apen horen fluisteren en overdag leeuwen horen brullen. En wat dacht je van olifanten, die met hun slurfbewegingen hele verhalen zonder woorden vertellen en eens in de zoveel dagen met elkaar trompetconcerten geven?
‘Natuurlijk kind,’ sprak haar moeder.
‘Ga de wereld ontdekken, ze is overal. Het is wel belangrijk dat je een naam krijgt, zodat ik je met mijn megafoon kan roepen als ik een paddenstoelensoep voor je heb.’
Ondertussen smeerde het meisje zelf minibroodjes met pindakaas.
‘Vanaf vandaag zal jij Viola heten.'
Het meisje keek haar moeder liefdevol aan. Met een naam ben je net als alle anderen. Dan hoor je bij de mensheid. Heerlijk vond ze dat.
'Hoe zal ik jou noemen?' vroeg ze aan haar muis.
'Piep.'
'Ik noem je: Pep.'

Via hun achtertuin stapten Viola en Pep het avontuur tegemoet. Ze glipten tussen de spijlen van stevig staal mosgroenbeschilderd hekwerk, dat de dierentuin omsloot. De voetreis was begonnen.

Alsof de grond ermee speelde glibberden de kleine vrienden al na twee minuten over gigantische schillen. De blote voeten kregen het te verduren.
Zonder zolen de wereld in. Wie verzint zoiets?
'Pas op daar komt er weer ééntje!'
Waar waren ze terecht gekomen?
Gele slijmsporen, bruine smeurie, zoete geuren.
Hun tenen verdwenen totaal in de drap.
'Welke halve zool gooit al die schillen naar ons?'
'Ba,ba,ba,ba,'antwoordde een onbekende, die zich schuil hield achter autobanden en oude houten kratten.
'Na, na, na, na,' klonk het van de andere kant.
'Nen, nen, nen, nen,' piepte Viola terug.
'Ha,ha,ha, ha,' schalden lachapen en ze toonden zich sprongsgewijs.
'Wat een schaterschavuiten,' dacht Viola en lachte breeduit terug.
'U bent de eerste mens die meelacht met ons,' sprak de aap, die een broek aan had.
'U bent wel uh, hoe zal ik het zeggen?....u bent zo kl...uh anders.'
Viola zei niets.
'Altijd worden grote mensen boos als wij met voorwerpen gooien,'vervolgde de aap en zong:'Wij hebben feest en daarom zijn we blij, we zijn zo blij ik voel me vrij en daarom kom erbij.'
Viola schudde nee nee nee met haar hoofd. Ze moesten door. De reis was nog maar enkele minuten geleden begonnen. Onmogelijk om nu al toe te geven aan feestelijk tijdverdrijf, terwijl de wereld wachtte.
Viola vroeg:'Waarom zijn jullie blij, terwijl je in een dierentuin opgesloten zit?'
De aap met de grootste bek antwoordde:' Wij komen uit het Amazonewoud in Brazilië en mensen maken daar elke dag fikkies. De boel brandde steeds af en wij moesten met onze families voortdurend verhuizen. Een eigen plek is een voorwaarde om je fijn en vrij te voelen.' Terwijl hij sprak slingerde hij naar de andere kant van de zeer grote kooi. Daarbij komt: één maal per week krijgen we bananen. Dat is zoiets als een ijsje voor jullie. Wij eten ze heel graag.
'Ach zo,' antwoordde Viola terwijl ze haar voeten aan haar eigen benen afveegde.
' Wij gaan er weer vandoor. Tot later.'
Weg waren meisje en muis.
Ondertussen was de dierenoppasser op het geluid van de slingerapen afgekomen en ving een glimp op van de aap met de broek aan. Die paar tellen waren genoeg om de dierentuinvrouw een enorme lachstuip te bezorgen waardoor een tweede oppasser werd gealarmeerd die hals over kop zijn verse vleeshompen liet vallen en toesnelde. Binnen vijf minuten waren de lachsalvo's orkestraal geworden en schoten bezoekers richting apenkooi. Uit nieuwsgierigheid. Uit pure ja-wat-is-daar-aan-de-hand? vragen.
'Gaat het wel goed?'
'Ha, ha, ha, hi,hi, hi, ho ,ho, ho.'
Schuddenbuikend stonden mensen elkaar aan te gapen.
Het ging heel goed daar vonden ze zelf. Wat een lol.
De apen beleefden De Dag van hun leven. Niet alleen de apen, er komt nog veel meer...

Twintig meter verder was de stemming geheel anders. Gigantisch grote bergkatten brulden hun speekselconcert de omgeving in. Er hing een bordje bij hun kooi waarop stond: luipaarden. Viola kon heel goed lezen en schudde weer nee nee nee met haar hoofd. 'Die naam moet een vergissing zijn. Daar lopen geen paarden, daar sluipen actieve vlekkatten. Wie zijn die lui die namen verzinnen voor dieren?'
'Waar blijft ons ontbijt?' kermden de kattenbekken.
Ze waren gewend om elke dag op precies dezelfde tijd hun vleeshompen toegeworpen te krijgen en luidsmakkend alles tot de laatste bloeddruppel weg te likken om vervolgens boven in een boom uitgeteld en voldaan uren te spinnen. Zo ging dat en de rust was daardoor verzekerd. 's Ochtends precies 8 uur: bijt-ontbijt. Geen minuut later. Waar was hun verzorger met de stukken sappig vlees?
De olifanten werden onrustig door het grommen en grauwen van de ontevreden kattenklanten en reageerden door veel harder dan normaal hun trompetgeschal op te voeren. Zo overstemden ze hun omgeving. Zoals de rockband ACDC, maar dan zonder gitaren. Zebra's sloegen op hol, antilopen, wildebeests, springbokken, kudu's allemaal begonnen ze te rennen. Waar is het gevaar?
Ground squirrels klommen in bomen, struisvogels renden op hun stevig gespierde poten in een cirkelbaan achterelkaar. Het leek een bizarre training voor de jaarlijkse marathon in Rotterdam. Nee, struisvogels gaan bij gevaar niet stilletjes hun kop in het zand steken, die lijken in de verste verte niet op mensen. De Afrikaanse Savanne veranderde in een dolgedraaide windhoos die vervolgens het Amerikaanse deel bereikte. Coyotes begonnen elkaar te bijten uit angst zelf gebeten te worden. Een bijziende bizon brak door een houten hek en er verschenen echte beren op de weg. Iedereen werd een gevaar voor elkaar. Angst verspreidde zich als een lopend vuur door de hele dierentuin.

Kan een piepklein meisje binnen vijf minuten wereldnieuws maken?
Sirenes, politieauto's, brandweerwagens, ziekenauto's, journalisten, fotografen, reporters. Ze arriveerden allemaal binnen enkele minuten. Mobieltjes doen wonderen. De dierentuin kwam in de schijnwerpers van de wereldpers.  Er ontstond nog meer paniek.

Viola en Pep verdwenen zo snel mogelijk uit zicht. Bij de schildpadden op het eiland was weinig beweging. Daar moesten ze zien te komen. Hun leefgebied lag midden in de grootste vijver van de tuin. Waar konden onze kleine avonturiers een boot voor hun formaat vinden? Op het pad, voor de struik waar ze zich schuil hielden, lag een witte plastic beker met roeispaan om vooruit te komen. Ze rolden hun vaartuig naar de waterkant en sprongen snel in het schuitje. Tegen de tijd dat een filmer met zijn beeldmateriaal de buitenwereld met de dierentuin kennis liet maken en mensen massaal selfies klikten met de op hol geslagen dieren-en mensenbende achter zich, roeiden Viola en Pep rustig naar het eiland. Daar zouden ze veilig zijn, dachten ze.
Steeds groter wordende schilden schuifelden langzaam op het eiland voort. Viola wist allang wat schildpadden waren, ze had thuis weleens in een dierenboek naar hun afbeeldingen gekeken. De naam: Testudo Hermanni stond daarbij en op plaatjes zag je schildbonken zo groot als mensenvoeten. Op het eiland zag ze joekels, die het formaat van een omgedraaide badkuip hadden. Daar moest je niet onder terecht komen. Hun bekken leken op klapperende brievenbussen.

Bij het aan land stappen wilden Viola en Pep ongezien blijven. Hoe?
Heel simpel. Zodra ze vaste grond onder hun voeten hadden keerden ze de plastic beker, kropen eronder en hupla ze hadden bescherming en waren zelf onzichtbaar. Heel langzaam schuifelde de beker nu ook over het eiland. Ze hadden niet door, dat ze al vanaf de waterkant werden bespied door twee donkere oude ogen van een schildpad die van de echte Galápagoseilanden afkomstig was. Haar naam was Sir Darwin de Tweede. De reptielenreus had heel wat mensen zien komen en gaan. Ze zag atletische lichamen voorbijpeddelen in kano's en huiverde bij het zien van de diepfronsenden met dunne benen en kromme ruggen stuntelend in rode roeiboten. Nog afschrikwekkender ervoer ze de kolossalen in hun witte waterfietsen met dikke buiken en kuiten, volop voedsel uitdelend met grote handen aan armen als boomstammen. In haar schilpaddenbovenkamer had ze haar indeling van de mensen gemaakt: zij die met hun lichaam leefden en zij die in hun hoofd huisden. Beiden bezaten de ontembaarheid van een zebra. Hun aangepaste gedrag was schone schijn. Zodra de buitenwereld uit zicht was sloegen hun driften op hol. Sir Darwin had het allemaal gezien. Een klein exemplaar van ietsje groter dan tien centimeter was ze nog niet eerder tegen het lijf(je) gelopen. Ze dacht aan een slimme speling van de natuur. Wat voor voordelen heb je als minimale mens? Je hebt veel minder voedsel nodig, je neemt minder ruimte in. Dat zou weleens de sleutel kunnen zijn voor overleven. Maak mensen kleiner en de aarde wordt groter, voedselproblemen zijn binnen een paar jaar helemaal opgelost. Koeien zouden niet langer uitgemolken worden. Niet doordat het niet kon, de mens verzint altijd machines waarmee het wel kan, ook zijn die apparaten makkelijk vijftig keer groter dan zijzelf. Nee, melk werd niet meer verdragen in de minimagen. Zo verder fantaserend begon Sir Darwin een plan te maken om in contact te komen met de net aangemeerde bekerbewoners. Ze verzamelde stukjes sinaasappel, hele appels, druiven en gestampte kersen. Ook duwde ze tegen gevallen hazelnoten en gedroogde tarwekorrels. Nog even doorbijten en ze kon de  lichtvoetige bezoekers trakteren op een rijk maal, een fruitbanket.
Snelle gasten gooiden roet in het eten. Kraaien zo donker als de verfstreken van die eigenzinnige schilder uit Nederland met zijn kleurrijke pallet. Hoe heette de man ook alweer? Hij naaide niemand een oor aan, maar sneed wel die van zichzelf op een dag eraf. Ja Vincent, Vincent van Gogh, hij schilderde Korenveld met kraaien. Waarom moest zijn oor eraf? Was hij de geluiden van de wereld zat? De zwarte vogels van ons verhaal gapten al het lekkers voor de reuzenschildpad weg.  Snelle vlegels met snavels waartussen lage indringende krasgeluiden ontsnapten. Viola en Pep schrokken zich de apenstuipen. Ze gluurden vanonder hun beker naar de lawaaimakers. Daar zij van de helpende hand waren werden de rollen meteen omgedraaid. Niet geprobeerd is altijd gemist. Onze kleine vrienden wilden voor een nieuwe fruithap zorgen.
Ze moesten ongezien blijven zodat ze binnen hun omgekeerde schuitje bleven en zich moeizaam verder over het eiland voortbewogen. Hun verzamelactie pakte totaal anders uit dan ze in gedachte hadden. Ze verloren meer dan ze binnenhaalden. Hun fruitspoor trok nog meer dieren aan, zoals: kuifmezen, spreeuwen, roodborstjes bleekscheetparkieten en meerkoeten. De kraaien waren weg.
Op een mooi moment kon de plastic fruitpoeper niet meer verder. Ze waren ergens tegenop gebotst. Een hazelnoot rolde onder hun beker en nog één en nog één. Van wie waren die afkomstig?

Viola en Pep moesten zich buiten hun scheve schuitje wagen. Ze zagen iets ongelofelijk groot. Wat een bonkig beest, wat een gevaarte daar hoog in de lucht.
Twee vriendelijke ogen keken naar beneden.
'Welkom schuitmarcheerders, waar komen jullie vandaan?' vroeg de gigant.
'Uhuh va...van van de straat hier tegenover de dierentuin,' schreeuwde Viola en zwaaide met haar armpjes richting haar huis.
'Je hoeft niet te schreeuwen hoor,'sprak Sir Darwin rustig.
'Maar u heeft geen oren?'
'Nou en? Oren zijn niet altijd nodig om te hore hoor. Ooit een vis met oren voorbij zien zwemmen? Of een vogel?
Viola en Pep begonnen te lachen.
'Vertel me eens wat een straat is?' vroeg Sir Darwin.
'Ja hoe z..zal ik het..t zeggen? zei Viola en vervolgde:'Denk aan huizen naast elkaar, denk aan nummers. Daarbinnen wonen mensen en dieren die hun woning kunnen verlaten via de deur. Daar kunnen ze ook weer door naar binnen. Denk aan schildpadden die uit hun pantsers kunnen stappen.'
'Ha, ha ha, hebben jullie ooit een naaktpad voorbij zien rennen?'grapte Sir Darwin.'
'Zonder schild zouden wij veel sneller zijn.'
'Ha,ha,ha,ha.'
'Hoe heten jullie?'
'Mijn naam is Viola en dit is mijn vriend Pep.'
'Heeft u ook een naam?'
'Ja ze noemen mij hier Sir Darwin. In de tijd dat ik in dit dierenpark kwam, en dan heb ik het over meer dan vijftig jaar geleden, kregen alle dieren namen. Minstens twee, zoals: Dikkie Duck voor een Nijlgans en B. Beer voor een donker bruine reus en zo had je Zeppo Zebra, Ma Papegaai en in de jaren-tachtig Calisto Hagedisco. Ik kom van de Galapagos-eilanden en daar was ooit de beroemde zeevaarder en reisbioloog Sir Darwin. Wie kent hem niet? Hij was de man die ontdekte dat alleen al binnen de vinkenfamilie heel veel verschillen te zien waren aan de snaveltjes van de vogels. Hoe dat kwam en hoe dat de zienswijze op het leven veranderde kan je lezen in de vele boeken die over evolutie en de Survival of the Fittest zijn geschreven. Ik kreeg de naam van man die mijn volk onder de loep nam.
Viola reageerde meteen:' Maar u bent een dame?'
'Ja, ja', antwoordde Darwin.
'Geen dierentuinbezoeker die ooit verschil zag. Anno 2017 is het hartstikke hip: een dame met een mannennaam. Mensen zijn gekke dieren.'
Viola en Pep begonnen te zingen over vliegende vissen, steppende stippen, rollende nummers en vaatdoeken die onvindbaar werden doordat afwasmachines het bewind binnen muren overnamen. Ze sloten af met lange uithalen over zeilende postzegels zonder internet. Fossielen zijn werkelijk heel hip.
'Ik kan je een nog veel sterker verhaal vertellen ,' begon Sir Darwin en likte met haar rode tong over de bovenkant van haar scherpe bek.
'Ik ken een dier dat wel drie geslachten heeft.'
Viola en Pep keken met grote ogen op naar de schildpad.
‘Ik sta paf, vertel, vertel, vertel, snel ik wil het horen,’zei Viola.

'Ja, ja, ja,'vervolgde Darwin,’ik vang nog wel eens wat op hier. Het bewijs dat je zonder oren toch kan horen. Je moet weten dat veel biologen onze dierentuin bezoeken en evolutie een prominente plek in hun programma heeft. Daar is sinds 2015 ook nog eens de jaarlijkse zwerm astrobiologen bijgekomen en reken maar dat ze vliegen. Hun nieuws pakt razendsnel dierentuinbewoners bij hun klatten. Stel je eens voor dat een professor op het onzalige idee komt één van ons op de Maan te plaatsen. Beginnen ze daar op die satelliet een ruimtepretpark met space-beest. Sorry ik dwaal af. Waar was ik gebleven?
Hoe zou iemand van het derde geslacht eruit zien? Hoe zou jij zo'n persoon tekenen?' Sir Darwin zocht naar de beste woorden voor haar jonge luisteraars. Ze wist niet dat Viola en Pep het allemaal al wisten van de bloemen en de bijen en plezier van het vrijen. De schildpad begon als volgt:'Er waren eens een prinses en een prins, die trouwden en meteen veel kinderen kregen. De prinses had een vriendin, waar de jongens hard van weg zwommen. Niemand wilde met haar kussen en al helemaal niet trouwen. Hoe kon zij ooit kinderen krijgen? Ze werd elke dag verdrietiger. Haar vriendin de prinses kon haar onmogelijk troosten. Op een dag zwaaide een waterfee met haar staf boven de golven. Ze toverde in één keer vijf baby's voor het verdrietige eenzame meisje zonder vriend. Vijf kinderen, die precies waren zoals zijzelf. De volgende dag kreeg ze weer vijf kleintjes en zo ging dat een tijd door.'
Viola en Pep staarden vol ongeloof naar de reuzenschildpad. Viola dacht dat het een grap was. Haar vader en moeder hadden haar verteld dat een papa en een mama nodig zijn om een baby in een vrouwenbuik te laten groeien.
'Ik heb het over......' hier stopte Darwin en ze keek diep in de oogjes van Viola en Pep. Laatstgenoemden voelden dat het wèl menens was.
Darwin vervolgde:' De zeer grote familie, afkomstig van alleen de moeder, was gelukkig voor zover is het nog steeds een sprookje, maar de individuen leefden niet lang, terwijl de kinderen van de prins en de prinses wel heel oud werden. Hoe kwam dat? Over wie spreek ik?
Ik heb het over waterslakken, weekdieren met een huisje op hun rug en ze komen uit Nieuw Zeeland. Het dier van het derde geslacht is aseksueel, ze doet niet aan vrijen en krijgt toch kinderen die kopieën zijn van haarzelf. Ze krijgt selfies.
Wat voor voordelen heb je als je selfie-kinderen kan maken? Je kan in je eentje een rijk stichten nadat je in water bent gevallen waar helemaal geen andere slakken leven. Een vogel wilde je bijvoorbeeld opeten, maar verloor je onderweg uit zijn snavel. Je viel in een diepe plas, je kijkt om je heen en na weken zoeken ben je nog steeds geen andere slak tegen gekomen. Je kan toch gezelschap maken via selfies. Je volk kan leven zonder heren. Het nadeel wordt duidelijk als een parasiet jou en je kinderen ziek maakt. Om dan te overleven en de parasiet te verslaan heb je nieuwe teelt nodig, nieuwe anderen, die een gen in zich dragen, die er voor zorgt dat de nakomelingen niet ziek worden van de parasiet. Genen zijn eigenschappen in het erfelijk materiaal, dus die worden doorgegeven aan baby's die dat later ook weer doorgeven aan hun kinderen. De sexy meisjesslakken gaan op zoek naar een leuke slakkenkerel in de hoop te vrijen met een man die het juiste gen in zich draagt. Ondertussen zijn er ook andere slakken uit snavels van overvliegende vogels in het meer gevallen. Wilde vrijpartijen zijn het gevolg en het water lust er wel pap van. De nieuwe aseksuele meisjes met het juiste gen kunnen weer een tijdje selfies maken totdat een andere ziekmaker wordt aangevoerd. Als jullie de slakken hier in de dierentuin willen zien kan je ze in Mininieuw Zeeland vinden.’

Verandering geeft spanning. Hoe ging het elders in het park? De meeste beesten gingen uit zichzelf terug naar hun eigen vertrouwde plek, naar hun eigen territorium naar hun eigen familie in hun eigen kooi. Had jij dat verwacht? Je denkt toch dat dieren binnen hekken naar buiten willen en voor vrijheid gaan? Neen hoor. Over welke vrijheid hebben we het? Veel vrijheid geeft stress, juist in een grote stad. Beeld je in hoe het buiten de bescherming van zo’n dierenpark is. Veel wegen met luidruchtige voertuigen, veel mensen, hoge betonnen gebouwen. Waar moet een zebra heen of een bizon? Waar is voedsel? Ja, soms verdwijnt er toch eentje hoor, zoals in oktober 2017 een wolf. Op de Veluwe in Nederland werd-ie gesignaleerd. Meteen begonnen wolvencommissies hun stappenplannen uit te werken. Oma's konden beter niet naar de Veluwe gaan want wie kent niet het verhaal van Roodkapje? Zet een wolf naast een net geschoren poedel. Zoek de verschillen.

De enige die voor zeer grote problemen had gezorgd was Heer Blue. Een beer uit Alaska, die weliswaar opgroeide tussen mensen, maar niet tam was. Hij wilde niet weg van de weg. Hij wilde zalm en nog meer zalm, hij wilde mensenvlees. Bezoekers hadden uit een emmer, die zomaar op het veld stond, stukken vis gegooid naar hem. De geur van sensatiezweet steeg op uit de mensengroep. De beer was zo uit zijn doen dat hij niks ving en wild om zich heen begon te zwaaien. Hij ijsbeerde smakeloos in het rond. Bioloog Sam Swaan maakte daar een eind aan. Hij spoot via een pijltje een slaapmiddel in zijn lijf. Op gepaste afstand en vanachter een dikke boom. Uiterste precisie was gewenst want in-slaap-sukkelende bezoekers zouden voor nieuwe problemen zorgen. Sam schoot meteen raak en de gigant lag uiteindelijk gestrekt. Zeker vier mensen in witte pakken tilden de zwaargewicht op een brancard met wielen. De uit de kluiten gewassen knuffel werd in boeien afgevoerd. Die voorzorgmaatregelen waren niet voor niets zoals later in dit verhaal duidelijk zal worden. Voor beer Blue moet je oppassen.

Tien meter boven het eiland zat iemand muurvast in een uitzichtloze situatie, doch beneden op de grond vielen de nieuwe vriendjes van Sir Darwin van de ene verbazing in de andere. Ze werden uitgenodigd op haar schild mee te reizen. De reuzin stampte met haar achterpoten in het zand en of je het nou geloven wil of niet, kraaien kwamen aangevlogen en tilden de kleine passagiers boven op het pantser.
‘Nee, jullie hoeven niet bang te zijn, onze kraaien weten als geen ander dat als ze mijn vrienden opvreten ze het aan de stok krijgen met zo’n beetje alle bewoners van dit eiland. Wij hebben hier onze regels enne uhh… een beetje ontwikkeld dier weet dat we elkaar nodig hebben in tijden waar je in het heden meestal niet aan denkt. Wij houden elkaar overeind en trekken elkaar er bovenop.’ Weer die vette knipoog.
Op zoveel gastvrijheid hadden Viola en Pep totaal niet gerekend en dat optillen was nog niet alles. De vogels vlogen mee, want je wist maar nooit. Gevaar kan overal opduiken. Ook uit de lucht. Sir Darwin kuierde naar de groenste tuin tussen de dieren, die van de planten. Wist jij dat Charles Darwin de laatste twintig jaar van zijn leven vooral met planten experimenteerde? Met licht en hoe planten daarop reageerden? Wist je dat planten wel 13 soorten licht kunnen waarnemen en de mens maar 5? Sir Charles ontdekte dat bovenin, aan het uiteinde van een ontkiemende plantenstengel een lichtgevoelige ontvanger zit, die een lichtboodschap in de stengel doorgeeft naar een plek waar de steel zal buigen. Je kijkt misschien weleens naar de plantjes thuis die voor het raam staan. Die buigen naar het licht. De bladdragers hebben niet zulke ogen als wij, zij zien en voelen met hun hele lijf. Zonder licht zouden ze verhongeren.

Op het eiland stond een kas met afmetingen van een landhuis. Voor, op een keurig gemaaid veld, reikte een glazen toren van minstens tien meter naar de hemel. Je zag een doorzichtige reuzenstengel. De naam kas-steeltoren zei alles. Wie goed keek zag boven in de kamer onder de top iemand bovenop iemand anders zitten. Wie lang keek zag dat er geen beweging was. Er was iets aan de hand. In plaats dat de mens de omgeving aftuurde zoals gebruikelijk in de hoge uitkijkpost, keek de bovenste homo sapiens als een bezetene naar het scherm van een computer die op tafel stond. Werd de andere persoon met kracht vastgehouden? Viola en Pep hadden de grootste moeite op de schildpadrug te blijven.

Kees controleerde zowel dagelijks als in de nacht via camera's alle dierenverblijven. Hij bestudeerde het hele dierenrijk van de tuin. Hij keek hoe ze hun kleintjes verzorgden, wie wie op at en wat ze braakten en hoe ze in familieverband leefden, wie met wie optrok en hoe ze speelden. Klaar is Kees gold niet voor hem. Hij was nooit klaar en woonde daarom als enige van het personeel in een huisje naast het grote veld van de bizons. De twintiger was slaperig en minder allert dan anders. Plotseling zat er iemand op hem en zaten zijn polsen aan elkaar vastgebonden. Waar ging het de overvaller om? Ja een overvaller was-ie zeker. Een vriend doet zoiets niet? Die zit gezellig naast je en samen kijk je wat zich op het scherm afspeelt.
Het verblijf van de lynxen was op het scherm zichtbaar. Daar was geen beweging te zien. Het verblijf was leeg. Niks, geen kattenkop met pluimpjes aan de oren. Niks geen krachtige kattenpoten.

Viola en Pep waren van de schilpadrug afgegleden en stonden wankel op de grond.

wordt vervolgd

 

                                                                  ***)(***





 

7 januari 2017:sprookje met tekeningen van Anna (6) en Demmy(6)

        
                                         Slacks


Achter bergen, in een brede vallei, ver weg van de internetsnelweg woonde in zelfgemaakte cobhuisjes een gemoedelijk volk: de handarbeiders van de Lage Landen. Hun woningen waren nog geen 10 centimeter hoog en hadden meerdere verdiepingen dus kan je nagaan hoe klein de bewoners waren. Ze woonden in een dorp zoals je misschien wel kent in Nederland. Denk aan bijvoorbeeld Linschoten of aan Kralingen in Rotterdam. Boven de hoofdingang van hun nederzetting was op een heldere dinsdag in mei een bordje beschilderd met de naam Drop. In plaats van de letter ‘r’ achter de ‘o’ te plaatsen was-ie voor de ‘o’ gezet. Het dorp heette vanaf die dag Drop en de inwoners noemden elkaar Droppelingen. Kinderen werden dropjes en hun verzorgers de Drops.
Elk huis was anders en deelde zijwanden met buren. Dat was niet zomaar. Door de tussenmuren liepen buizen die tijdens de koude periode in de winter stromend warm water vervoerden. Het kon makkelijk min 20 graden onder 0 worden in januari. Verder leken de Droppelingen op jou en mij. Ze aten drie maal per dag, genoten onderwijs, zongen, speelden op instrumenten, schoten met houten pijlen, sliepen in de nacht en ga zo maar door. In één activiteit verschilden ze werkelijk met alle andere levende wezens op aarde. Dropjes reesden op luchtfietsen over de daken van hun dorp.

Hoe?

Blaas maar eens een ballon op en laat hem dan los. Ja, met flink veel vaart, kris kras door weer en wind.

Honderden jaren gingen voorbij in totale afzondering van de rest van de wereld. Op een dag in de zomer van 1955 kwam daar verandering in. Een hele grote jongen, ongeveer net zo groot als jij, liep rondjes om dorp Drop. Waar-ie vandaan kwam was een raadsel. Bij elke stap op de grond, liet hij de huisjes schudden. Hij stopte en draaide om zijn as. Hij had een glazen bak in zijn handen, die hij als een flatgebouw op de aarde neerzette. Zijn pet tegen de zon, viel in het gras. De inwoners van Drop beleefden een totale zonsverduistering. Was dat het einde der tijden? De reuzenjongen gaapte en raapte, zonder echt te kijken zijn pet op en vertrok.

 

Gemaakt door Demmy(6) 3 slakken, 2 huisjes en de jongen met de pet

In de nacht verzamelden dappere Droppels zich op het plein voor de huisjes. Ze droegen scheppen, messen en lange touwen met haken. Ze stapten vol moed via de Droppoort naar het buitengebied. Ze schenen met hun minilantaarns onder bosjes en in nissen van oude eikenbomen uit lang vervlogen tijden. Een mot sprong op, spinnen namen massaal de benen. Jannie, een pienter meisje stootte tegen een muur. Ze botste met haar lijf tegen een glazen wand. In het schijnsel van haar lamp zag ze een drassige bodem met glinsteringen als vonkelende sterren aan sierlijke voeten van donkere planten. Waar was Jannie tegenaan gelopen?

Gemaakt door Anna(6) 3 slakken, 2 huisjes en de jongen met de pet en zijn aquarium

Weken gingen voorbij en elke nacht vertrok een uitgeslapen groep Drops naar de glasflat om te inspecteren. Bij nacht 10 werd alarm geslagen op een grote trom van hout. Slijmerige beestjes met bouwsels op hun rug gleden traag over plantenstengels en de glazen wanden. Ze hadden steeltjes op hun hoofd en aten haastig blaadjes.Wat zouden het zijn? Welke dieren dragen hun eigen huis en zijn zo zacht en vochtig als boter?
Nee, geen schildpadden, die zijn overal keihard, behalve hun tong. Wat dan wel?

In nacht elf waren de glibberaars weer een stukje gegroeid, zowel dier als woning. Ze werden groter en groter. De bak groeide niet mee, zover waren de objecten nog niet anno 1955. Bewegingsvrijheid werd minder en minder. De Drops hadden ontdekt dat de schuimmarcheerders ongeveer een centimeter per nacht groeiden. Dat is zo veel als de dikte van een pink van een slanke  vader of moeder. In nacht 20 hadden de slijmsluimeraars zich muurvast gewormd. Ze konden niet meer voor of achter. Alleen voelsprieten bewogen in de stilte van het maanlicht.

Dit kon zo niet langer doorgaan. De Drops hadden een plan. De vreemdelingen moesten worden bevrijd.
Wat als de rare sprietsnuiters hun dorp zouden overnemen? Als ze de baas zouden gaan spelen?
‘Geen paniek,’ sprak een slimme topdrop en zei:’ Ze hebben hun eigen huis, we hebben bossen rondom, vochtige grond. We kunnen elkaars taal leren en plezier delen.‘
De bevrijding vond plaats op 31 augustus. Drops en Dropjes plaatsten ladders tegen de wanden van het aquarium en sterke droppelingen schoven de deksel van de bak opzij. Vochtsporen bleven nog weken zichtbaar op de buitenwanden van het glazen gevaarte waarvan de vrees was vergleden.
De nieuwe bosbewoners kregen de naam Slacks, een Engels woord dat pantalon of broek betekent. Het waren tenslotte geen naaktslakken. De reuzenjongen is nooit meer teruggezien.



Tot zover een sprookje, maar volgens ooggetuigen kwam de jongen als grote kerel terug. Sinds 20 januari 2017 is hij de 45e president van de Verenigde Staten.

 

                                                           ***)(***

                                   

 
Gebruiksvoorwaarden: Bovenstaande schrijfwerk mag gratis worden gelezen en/of gedownload voor eigen gebruik. Iedere verspreiding, openbaarmaking, verveelvoudiging of bewerking is niet toegestaan. Veel plezier.
groet Liza